Vorige week trok minister van Justitie Vincent Van Quickenborne op studiereis naar Rome (DS 15 maart 2023). Dit gebeurde niet – zoals zesdejaarsscholieren in deze periode wel eens plegen te doen – om de pracht en praal van de Italiaanse hoofdstad te bewonderen, maar wel om inspiratie op te doen voor zijn strijd tegen het zogenaamde ‘narcoterrorisme’.  De drugoorlog woedt volop:  “2 jaar SKY ECC: bijna 3.000 verdachten en reeds 1.125 jaar celstraf uitgesproken”, zo kopte #TeamJustitie onlangs op haar webstek. De minister opent nu een nieuw front: naast de straten van de Scheldestad komen voortaan ook ‘s lands gevangenissen in het vizier.

Het studiebezoek richtte zich op het hyperstrenge 41bis-gevangenisregime. Dat regime zet compromisloos in op doorgedreven segregratie: contacten met de buitenwereld worden tot een minimum beperkt en gedetineerden staan continu onder camerabewaking. De ingrepen zijn als laagjes beveiliging die salamigewijs over elkaar heen worden gelegd: zo ontstaat er een gevangenis in een gevangenis in een gevangenis. Het doet wat denken aan een matroesjka: de alomgekende Russische pop die, wanneer je ze opent, nieuwe, almaar kleiner wordende kopieën van zichzelf baart. Middenin de Italiaanse matroesjka zit echter geen poeslieve boorling, maar wel een bloeddorstige peetvader.

Alle wegen leiden naar Rome

De Italiaanse plannen van de minister klinken gedurfd, maar zijn eigenlijk niet zo origineel.  Ook in eigen land hebben we een lange geschiedenis van bijzondere en strikte regimes voor gedetineerden van uiteenlopend allooi. Zo hebben we de afgelopen decennia ‘Kwartieren met verscherpte beveiliging’ (KVB) (1993-96),  ‘Afdelingen Individuele Bijzondere Veiligheid’ (AIBV) (2008-19) en ‘DeRadex-afdelingen’ (sinds 2016) zien opduiken. De doelgroepen verschuiven ook: van vluchtgevaarlijke gevangenen en gedetineerden met ernstige gedragproblemen naar terro-gedetineerden en nu dus zware drugcriminelen.

Het valt daarbij op dat dergelijke hoogbeveiligde afdelingen – net zoals hun bewoners – vaak een turbulente levensloop kennen:  zo kwamen de KVBs nooit echt van de grond en sloot de Brugse AIBV de deuren in 2019, na de publicatie van een uiterst kritisch rapport van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTRG) (met als opmerkelijk detail de vaststelling dat gedetineerden in de bloedhete zomer van 2019  elf dagen lang geen douche hadden mogen nemen). De DeRadex-afdelingen in Hasselt en Ittre  lijken dan weer op sterven na dood. Welke lessen kunnen we trekken uit onze eigen ervaringen met hoge veiligheid in detentie?

Nederland achterna

Maar toegegeven, een blitzbezoek aan het land van de maffia is aangenamer (en mediagenieker) dan graven in het eigen verleden. Ook onze noorderburen beseffen dat: ze waren ons zelfs een stapje voor. In november 2021 keek de regering-Rutte al naar 41bis om de ondermijnende criminaliteit een halt toe te roepen.  Het WODC bestelde er een studie over, maar de resultaten zijn voorlopg niet gekend. Intussentijd publiceerde de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbscherming (RSJ) vorige maand al wel een omstandig advies over de kwestie. De RSJ toont zich begripvol voor de moeilijkheden en risico’s op het terrein, maar wijst ook nadrukkelijk op de gevaren van de beveiligingsreflex: de drie grondbeginselen van het Nederlandse gevangeniswezen – humane bejegening, resocialisatie en minimale beperkingen – komen onder druk te staan en het risico bestaat dat “…de (voorgenomen) maatregelen op de lange termijn een averechts effect hebben, waardoor de rechtsstaat op termijn juist kan worden ondermijnd” (p. 7).

Het klinkt bekend in de oren: ook bij ons werd de oprichting en werking van de beveiligde afdelingen steeds met argusogen opgevolgd. Toen de AIBV in Brugge werd gesloten, erkende de gevangenisadministratie de aanhoudende problemen: “…afwijkingen van de beoogde doelgroep (mix van profielen en statuten); onduidelijkheden omtrent missie en visie van de afdeling; en onvrede bij het personeel en verschil in bejegening (zich niet meer kunnen verzoenen met de visie afdeling)” (CTRG 2019: p. 23).  Het gevangeniswezen leek er de buik van vol te hebben: “We stelden ons de vraag of het nodig is om gedetineerden op die manier zo af te zonderen in een apart regime”, zo stelde de woordvoerster toentertijd in de media (DS 15 oktober 2019).

Naast de praktische problemen verhoudt een 41bis-regime zich vooral moeilijk t.o.v. de basiswet gevangeniswezen, die voorkoming van detentieschade als centraal objectief heeft en inzet op re-integratie, rehabilitatie en herstel. Daarenboven kan een dergelijk regime –  gelet op de langdurige plaatsing en de collectieve insteek van 41bis  – wellicht niet binnen het huidige wettelijk kader: dit voorziet enkel een individueel – en in de tijd beperkt – bijzonder veiligheidsregime.

In de voetsporen van Vranckx

Minister Van Quickenborne heeft van de strijd tegen de narcoterreur een speerpunt van zijn beleid gemaakt.  Door de directe bedreigingen aan zijn adres – en de onderduikingen in safe houses – kreeg die strijd wellicht ook een geheel andere, meer persoonlijke dimensie.  Die verbetenheid doet wat denken aan Alfons Vranckx, de socialistische minister die in de jaren zeventig de oorlog aan de drugs verklaarde en daarbij – in de woorden van wijlen Brice De Ruyver – als een “morele kruisvaarder” zijn macht gebruikte “…om in de beste paternalistische traditie de mens tegen zichzelf te beschermen en de maatschappij voor morele aftakeling te behoeden” (DS 26 februari 2001).

Maar net zoals Vranckx dreigt ook Van Quickenborne zich te vergalopperen. De Italiaanse aanpak kwam er in de nasleep van vele jaren van wreed maffiageweld en de meedogenloze moorden op de Siciliaanse magistraten Falcone en Borsellino. Die uitzonderlijke ontstaanshistoriek maakt dat 41bis niet losgezien kan worden van die bijzondere Italiaanse context. Inspiratie zoeken in de drastische Italiaanse aanpak doet dan wat denken aan al die beleidsmakers die in de jaren negentig in bosjes naar New York City trokken om te leren over ‘zero tolerance’ en er uiteindelijk weinig of niets van opstaken. Een beleid rond misdaad en straf puur je niet uit een kookboek met kant-en-klare recepten.

De focus op een handvol high profile narcogedetineerden doet de aandacht daarenboven wat afdwalen van de precaire situatie waarin vele andere gedetineerden zich bevinden. De strijd tegen drugscriminaliteit heeft de druk op onze overbelaste gevangeniscapaciteit verder verhoogd. Het leidt tot een wat schizofrene situatie: 1.125 jaar celstraf oogt mooi en oogst applaus voor Justitie, maar wanneer diezelfde Justitie niet bij machte is om die celstraffen ook in ordentelijke omstandigheden uit te voeren, dan wringt het schoentje. Welke boodschap hebben de grondslapers in de overvolle gevangenissen aan al die aandacht voor 41bis?

2 thoughts on “ De magie van matroesjka ”

Leave a comment